De studie van evolutie is een zich voortdurend ontvouwend verhaal en er worden voortdurend nieuwe ontdekkingen gedaan die ons begrip van hoe het leven op aarde zich heeft ontwikkeld veranderen. Een fascinerend onderzoeksgebied is de studie van de oorsprong van schimmels, een van de meest diverse groepen organismen op aarde.
De laatste universele gemeenschappelijke voorouder (LUCA) van alle levende organismen zou ongeveer 4,2 miljard jaar geleden hebben bestaan, in de Hadeïsche periode. Dit was een tijd waarin de aarde nog in de kinderschoenen stond, met droog land bestaande uit kale rotsen en de zeeën als de primaire voedingsbodem voor nieuwe levensvormen. Diepe vulkanische openingen die zwavel en fosfor uitspuwen, zorgden voor een hete, voedselrijke omgeving voor het begin van het leven.
In het fossielenbestand hebben wetenschappers bewijs gevonden van proto-schimmels die 2 miljard jaar geleden dateren. Deze gefossiliseerde filamentachtige structuren, gevonden in de Onquilloche-formatie voor de kust van Zuid-Afrika, worden door sommigen beschouwd als een voorbeeld van vroeg mycelium, het deel van het schimmelorganisme dat in de bodem of bomen leeft. Vanwege een gebrek aan organisch bewijs is dit echter nog steeds een speculatief idee.
Ongeveer 1 miljard jaar geleden verschijnen er meer concrete bewijzen van vroege schimmels in het fossielenbestand. Microscopische fossielen gevonden in Arctische schalie langs de Canadese kustlijn lijken strengen mycelium of bundels hyfen te vertonen, de bouwstenen van schimmels. Deze fossielen lijken ook een structuur te vertonen die lijkt op een sporenzak, die wordt beschouwd als de oudste bevestigde schimmelrelikwie die tot nu toe bekend is.
Het belang van deze ontdekking ligt in het feit dat er 1 miljard jaar geleden nog geen leven op het land bestond. De enige vorm van planten die in die tijd bestonden, waren zeealgen, die in de oceanen leefden. Wetenschappers geloven dat deze vroege waterzwammen waarschijnlijk een symbiotische relatie vormden met zeealgen, die via fotosynthese koolhydraten zouden kunnen produceren. Door deze samenwerking zouden schimmels kunnen gedijen en uiteindelijk hun weg vinden naar het land, waar ze een cruciale rol zouden spelen in de ontwikkeling van de bodem en de groei van planten.
De studie van de oorsprong van schimmels is nog een relatief nieuw gebied, maar de ontdekking van deze oude fossielen levert waardevolle inzichten op in de vroege evolutie van het leven op aarde. Het verhaal over hoe schimmels zijn ontstaan, wordt nog steeds geschreven, maar het bewijs dat we tot nu toe hebben, vertelt een fascinerend verhaal over overleven en aanpassing in het licht van een constant veranderende omgeving.